Alias: corporateHeroBlock

Nieuwe Wet Inburgering

Nieuwe Wet Inburgering: handhaven en begeleiding 

Lees hieronder de nieuwste blog.

Alias: tekstblok

De inburgeringswet verandert per 1 januari 2022. De inburgering wordt onderdeel van het sociaal domein. Onder de huidige wet hebben inburgeringsplichtigen zelf de verantwoordelijkheid voor het voldoen aan de inburgeringsplicht. Een groot deel van de uitvoering ligt bij DUO. In het nieuwe stelsel krijgen gemeenten de regierol. Inburgeringsplichtigen zijn niet langer zelf verantwoordelijk voor de invulling en het nakomen van hun inburgeringsplicht, maar gemeenten begeleiden inburgeringsplichtigen hierbij en bewaken ook de voortgang van het inburgeringstraject. Bij deze regierol komen dan ook nieuwe taken.  

In de begeleiding gaan de nieuwe inburgeringswet en participatiewet naast elkaar lopen om maatwerk te kunnen leveren. Tegelijkertijd kunnen beide wetten zorgen voor frictie in de uitvoering. De Participatiewet verplicht om op korte termijn aan het werk te gaan, terwijl de nieuwe inburgeringswet veel tijd vraagt en meer gericht is op de lange termijn.  

Deze blog gaat over het huidige stelsel, de veranderingen en dat een goede begeleiding van statushouders het verschil maakt in de implementatie. Deze aanpak kan alleen slagen als de juiste expertise wordt ingezet. 

Wat was het probleem? 

We gaan even terug naar de wijziging zelf. Want wat was het probleem nu?  

  • Het inburgeringsstelsel staat op zichzelf en mist samenhang. Doordat de inburgering en participatie van elkaar is losgekoppeld, is er geen goede begeleiding naar werk. Dit komt omdat de gemeente wél verantwoordelijk is voor de uitvoer van de Participatiewet maar geen regie kan voeren over de inburgering.  

  • Eigen verantwoordelijkheid voor een grote groep inburgeraars is niet realistisch. In het huidige stelsel is er geen partij die de regie heeft over het gehele inburgeringstraject. Er wordt verwacht dat de inburgeraar zelf verantwoordelijkheid neemt voor de inburgering. Er zijn zorgen geuit of de kwaliteit van de instellingen die de inburgeringsexamens cursussen aanbieden en zorgen naar aanleiding van geconstateerde fraude met leningen voor cursusinstellingen. Door het sterk wisselende aanbod van de taalaanbieders is het onmogelijk voor inburgeraars om een weloverwogen en passende keuze hierin te maken.   

  • Voorinburgering sluit niet aan op het inburgeringstraject. Asielmigranten die een verblijfsvergunning hebben kunnen voorafgaand aan het verblijf in de gemeente het programma ‘Voorbereiding op inburgering’ volgen. De voorinburgering sluit niet nauw aan op het inburgeringstraject. Er wordt veel tijd verloren en de leerlijn wordt onderbroken omdat de inburgeraar vaak pas zes maanden na kennisgeving van de inburgeringsplicht start. 

  • Het huidige stelsel bevat weinig positieve prikkels die inburgeraars kunnen stimuleren om een zo hoog mogelijk taalniveau te behalen (en daar examen op te doen). Het niet voldoen aan de inburgeringsplicht heeft gevolgen. Door gebruik van boetes en andere consequenties staat het sanctioneren centraal in het stelsel. Door de nadruk op de sanctioneren stimuleert het stelsel echter niet om op een zo hoog mogelijk niveau, bijvoorbeeld B1, examen te doen. Een deel van de inburgeraars kiest voor het lagere A2-niveau, uit vrees om niet tijdig te slagen. 

Heel concreet verandert er dit:   

Het doel van de Wet inburgering 2021 is dat inburgeraars zo snel mogelijk meedoen in Nederland en dat ze daarnaast zo snel mogelijk werk vinden.  De belangrijkste wijzingen zijn:  

  • Regie: De gemeente krijgt de regie op inburgering vanaf het moment dat de inburgeraar is toegewezen aan de gemeente. Dit betekent dat de inburgeraar niet langer zelf verantwoordelijk is voor het kiezen van een taalschool. De gemeente is verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van de inburgeraars. De inburgeraar is zelf verantwoordelijk om te voldoen aan de inburgeringsplicht.    

  • Leerroutes: Een combinatie van leren van de taal en meedoen aan de Nederlandse samenleving is een belangrijk onderdeel van de nieuwe inburgering. In de nieuwe wet inburgering zijn er drie verschillende leerroutes: de B1-route, de Onderwijsroute en de Zelfredzaamheidsroute. Op die manier kan worden aangesloten op de leerbaarheid, persoonlijke situatie en ontwikkelmogelijkheden van de inburgeraar.  
      
  • Maatwerk: Iedere inburgeraar krijgt een inburgering op maat die door de gemeente wordt vastgesteld. De startpositie en ontwikkelmogelijkheden worden vastgelegd in de brede intake en in het Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie.   

  • Verhoging taalniveau: Het minimale taalniveau voor de B1-route en onderwijsroute wordt verhoogd van A2 naar B1. Op die manier kan de inburgeraar sneller deelnemen aan de Nederlandse samenleving en heeft de inburgeraar betere kansen op de arbeidsmarkt.
     

Wat gaat er gebeuren?  

De doelstelling van de nieuwe wet is door de voorzitter van de Tweede Kamer als volgt omschreven: “alle inburgeringsplichtigen doen snel en volwaardig mee in de Nederlandse maatschappij, liefst via betaald werk. Dit wordt verwezenlijkt door taallessen vanaf dag één, kennis van de Nederlandse maatschappij en gerichte inspanningen die leiden tot een baan. Maatwerk speelt dus een belangrijke rol hierin.  

Het problematische van maatwerk in begeleiding is dat er veel meer van professionals wordt gevraagd. De doelgroep is divers. Het gaat om verschillende culturen, leeftijden en een vluchtverleden. Een kwart van de statushouders heeft psychische problemen zoals PTSS of depressie. Er wordt dus verwacht dat de professional cultuursensitief gaat werken en rekening houdt met het perspectief van de inburgeraar.  

Daarnaast verandert het takenpakket van de professional: 

  • Brede intake: Al in het AZC voert de professional een brede intake uit. In die intake wordt gekeken naar de groeimogelijkheden van de statushouder. Vanuit de brede intake wordt een Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie opgesteld.

  • Persoonlijke Plan Inburgering en Participatie: De brede intake valt uiteen in een formele beschikking en een dynamisch plan dat kan mee veranderen met de persoonlijke omstandigheden. De beschikking en het dynamisch plan laten de dualiteit van het werk zien.  

  • Handhaving: De professional heeft een dubbelrol van begeleider en handhaver uit twee verschillende wetten (Wet inburgering 2021 en de Participatiewet). Aan de ene kant is dat een coachende rol, aan de andere kant is de professional een handhaver die boetes kan opleggen. Er kan geen boete worden opgelegd als het college voor dezelfde gedraging de bijstand van de inburgerraar heeft verlaagd. De gemeente moet dus een keuze maken wanneer door een gedraging twee verschillende normen worden overtreden. Er wordt of een boete op grond van de Wet inburgering 2021 opgelegd, ofwel stemt de uitkering af op grond van de Participatiewet.  

  • Schakelen tussen het huidige en het nieuwe inburgeringsstelsel: Afhankelijk hoe de gemeente het heeft ingericht, zal de professional zowel statushouders krijgen die nog onder het huidige inburgering stelsel vallen, als statushouders en gezinsmigranten die onder het nieuwe stelsel vallen. De professional zal moeten switchen tussen beide stelsels en rekening moeten houden met de verschillen van de uitvoering.  

Vanuit deze dubbele rol werkt de professional dus met nieuwe beleidskaders en met een uitgebreid takenpakket van begeleiding en regievoering. Gemeenten moeten bewust worden van deze uitdaging zodat ze rekening kunnen houden met effectieve trainingen, passend lokaal beleid en een haalbare caseload waarbij de professional genoeg tijd heeft om maatwerk te kunnen leveren.  

×
Inloggen
×
Jouw favoriete vacatures